Van leiding geven naar richting geven

Veel conflicten op de werkvloer zijn een rechtstreeks gevolg van de manier waarop leidinggevenden zich kwijten van hun job. Vooral de manier waarop ze invulling geven aan hun rol leidt vaak tot spannende momenten of oplopende conflicten. Drie voorbeelden van rollen waar je als leidinggevende beter voor bedankt:  

De politieman

Deze leidinggevende is eerder een soort controleur. Hij heeft als enige mandaat om wantoestanden te rapporteren bij de chef die dan wel de gepaste maatregelen zal nemen. Rapporteren levert natuurlijk een soort macht op die niet altijd even hard gewaardeerd wordt door andere collega’s. Ook de politieman zelf voelt zich niet altijd even comfortabel in zijn rol. Aan de ene kant is hij een collega tussen de collega’s; aan de andere kant wordt er van hem verwacht dat hij als effect heeft dat de collega’s binnen de lijntjes blijven kleuren. De politieman is eigenlijk een leidinggevende zonder mandaat: zijn belangrijkste taak is het creëeren van een klimaat waarin iedereen zich gedeisd houdt met als gevolg dat iedereen enkel de minimale inspanning levert die nodig is om met rust gelaten te worden. Voor wat er echt toe doet, moet de politieman op zijn beurt bij zijn commissaris terecht. Op die manier gaat het er vaak aan toe in hiërarchische structuren die gericht zijn op controle en beheersing en waar meer tijd wordt besteed aan het zich indekken dan aan het werk.

De foorkramer

De foorkramer is de man die het schietkraam open houdt. In die rol worden alle problemen zijn kant uitgeschoven met als expliciete verwachting dat hij oplossingen aandraagt die medewerkers dan vervolgens naar hartelust af kunnen schieten. Die medewerkers kunnen vervolgens onverstoord blijven shoppen in een hele rist voorgestelde oplossingen zonder dat ze zelf ook maar het minste engagement aan de dag moeten leggen. In extremis bedanken ze voor elke schijn van verantwoordelijkheid die hun kant dreigt op te komen. Hun probleemoplossend vermogen zit ver beneden nul: vaak hebben medewerkers hier te leiden van acute aanvallen van aangeleerde hulpeloosheid. Foorkramers die te lang in het schietkraam blijven staan komen meestal in de rol van nar terug in de circustent.

Koning Salomon

Alom gekend als de man die ermee dreigde een baby te halveren om zo de echte moeder te kunnen identificeren, heeft hij zijn naam gegeven aan een wijs oordeel in een lastige zaak. Daarbij moet hij een beslissing nemen in een dilemma – een welles-nietes verhaal tussen twee strijdende partijen die geen van beiden van opgeven willen weten. Tot de koning oordeelt dat de moeder die als eerste zwicht wel de echte moeder moet zijn omdat zij uit liefde voor haar kind nog liever zou hebben dat het door een vreemde wordt opgevoed dan dat het door het zwaard in tweeën zou worden gekliefd. Voor de rest blijkt er trouwens weinig rechtspraak van Koning Salomon bewaard te zijn gebleven. De consequentie van het spreken van recht in termen van het maken van een keuze tussen twee tegenstrijdige standpunten op basis van een aantal criteria, is dat er één gelijk krijgt en een andere niet. Jammer genoeg wordt de uitkomst van dit keuzeproces met een oplossing verward.