Werkbaar werk en communicatie

Van medewerkers in een organisatie wordt veel verwacht. En bovenop al hun competenties en talenten moeten ze ook nog betrokken en geëngageerd zijn.

Helaas zien we dat het met de ontwikkeling en het stimuleren van al deze eigenschappen wel eens behoorlijk de verkeerde kant uit durft gaan. En dan is natuurlijk de vraag hoe dat komt en hoe dat tij kan worden gekeerd.

Het creëren van draagvlak voor verandering heeft veel – zoniet alles – te maken met communicatie. Binnen organisaties speelt communicatie – en de kwaliteit ervan – een specifieke rol naargelang we kijken naar de structuur, cultuur, systemen of de mensen. Als we dan kijken naar de manier waarop we al decennialang organiseren, hoeft het niet te verwonderen dat het met ons “human capital” nogal eens de verkeerde kant uit durft gaan: medewerkers vervreemden niet alleen van het product van hun arbeid (aliënatie), maar ook van zichzelf.

Ons taalgebruik speelt hier een grote rol: onze taal ont-menselijkt. Sinds Adolf Eichmann kennen we “de banaliteit van het kwaad”, wat zich nog altijd in ons taalgebruik manifesteert als “Amtsprache”: de taal van de bureaucratie.

Onze taal is – vaak onbewust – behoorlijk agressief. Geweld maakt ook wezenlijk deel uit van ons leven – het wordt er met de paplepel ingegoten. Soms wordt het als grappig voorgesteld, soms ook als legitiem. Een mars tegen “zinloos geweld” suggereert dat er ook iets bestaat als “zinvol geweld”. Een filosofische discussie dus, niet in het minst gevoed door religieus bepaald denken dat als sinds de bronstijd worstelt met de dualiteit tussen goed en kwaad.

Gevolg? Ons taalgebruik munt uit in oordelen en veroordelen, etiketteren en normeren, eisen en het afschuiven van verantwoordelijkheid. De essentie van verbindend communiceren begint dan ook bij de vaststelling dat elke denkende mens zelf de keuze heeft van de manier waarop hij zij met de ander om wil gaan. Hier komt Rosenberg in beeld, die met Jakhals en Giraf een universele manier op de kaart wist te zetten om die keuze zinvol in te kunnen vullen.

Willen we ons Human Capital terug de goeie kant op krijgen, moeten we in de eerste plaats onze taal  ontbureaucratiseren: vermenselijken en dus: doen verbinden. Verbindend communicatie is daarbij de basis voor het geoptimaliseerd afstemmen van vorm en inhoud op het bedoelde resultaat. En dat is: continu verbeteren – niet alleen van de processen, maar vooral van medewerkers én van onszelf. Om uiteindelijk te kunnen komen tot medewerkers die er in slagen om de problemen op te lossen op het niveau waar ze zich stellen.