Van vonk naar conflict

Brand en conflict hebben één en ander gemeenschappelijk. Dat blijkt uit de woordenschat en uitdrukkingen die we gebruiken als het gaat over omgaan met conflicten.

Vaak wordt het oplossen ervan benoemt als het “blussen van een brandje”. Vervolgens moet de zaak meestal wat “bekoelen”. We kennen allemaal wel een “explosief persoon” of een persoon die na een conflict “verbrand” is. We “nemen de temperatuur op” als we proberen in te schatten hoe groot de geladenheid is en met “de boel is ontploft” bedoelen we dat de situatie is geëscaleerd. Kijken naar conflict als naar een brand levert minstens enkele parallellen op.

Vuur is een reactie van een brandbare stof met zuurstof waarbij warmte, nieuwe stoffen en lichtverschijnselen worden gevormd. Vuur kan maar ontstaan als gevolg van de gelijktijdige aanwezigheid van een brandbare stof, zuurstof en ontstekingsenergie – de drie elementen van de vuurdriehoek. Afhankelijk van de omstandigheden en de aard van de brandbare stof moet er een geschikte verhouding bestaan tussen de hoeveelheid brandbare stof en de zuurstof. Daarnaast moet de ontstekingsenergie voldoende groot zijn om de reactie op gang te brengen en op gang te houden. Als het evenwicht tussen de elementen van de vuurdriehoek wordt verstoord, dooft het vuur.

Als we spreken over brand bedoelen we een ongecontroleerde en meestal onbedoelde verbranding die tot schade leidt. Daarbij is het dus niet de aanwezigheid van een brandbare stof die tot brand leidt – net zo min als de aanwezigheid van of de combinatie met zuurstof of warmte. Brand is een gevaarlijke situatie die onder welbepaalde omstandigheden ontstaat door de combinatie van drie factoren in een welbepaalde verhouding. Om de brand te blussen moet ofwel de brandbare stof worden verwijderd, de aanvoer van zuurstof worden onderbroken of de temperatuur naar beneden worden gehaald.

Dezelfde logica kan worden toegepast op spanningen en conflicten. Naar analogie van een vuurdriehoek kan ook een spanningsdriehoek worden opgesteld rond gevoelens (zuurstof), behoeften (brandbare stof) en triggers (ontstekingsenergie). Een conflict is dan een schadelijke situatie die ontstaat in geval gefrustreerde behoeften als gevolg van een feit of een interpretatie reageren met negatieve gevoelens van onveiligheid, onrust en gebrek aan perspectief. Dat leidt tot nieuwe gebeurtenissen of interpretaties die er op hun beurt weer voor zorgen dat een kettingreactie op gang kan komen waardoor het conflict verder blijft escaleren en de temperatuur blijft opbouwen. Om dat proces te stoppen moeten negatieve gevoelens worden weggenomen, onbevredigde behoeften worden vervuld of de triggers die aanleiding geven tot het voortduren van het conflict worden gestopt.

De aanwezigheid van een onbevredigde behoefte op zich is niet voldoende om een conflict te initiëren – net zo min als de aanwezigheid van een trigger of de ervaring van negatieve gevoelens. Het conflict zal maar starten als de verhouding tussen de verschillende factoren het punt heeft bereikt waarop een trigger de reactie op gang kan brengen. Dat hoeft niet meteen tot een spectaculaire of verwoestende brand te leiden: een conflict is niet per definitie schadelijk of ongewenst. Het schadelijke of vernietigende karakter van een conflict zit meestal in de manier waarop er mee wordt omgegaan. Dat hangt samen met de snelheid waarmee een conflict wordt opgemerkt en van de aanwezige vaardigheden om conflicten constructief te de-escaleren.