Bemiddeling op en met de werkvloer

De organisatie is een systeem dat mee bepalend is voor het ontstaan van arbeidsconflicten en ongewenst gedrag. De bemiddelaar die op de werkvloer aan de slag gaat, staat dan ook voor de uitdaging om de impact en de invloed van de organisatie zelf haarscherp in beeld te krijgen en in het juiste perspectief te plaatsen.

Een authentiek niet-weten ligt aan de basis van de krachtigste vragen. En krachtige vragen zijn een belangrijk hulpmiddel bij bemiddeling in conflicten. Daarbij is het doorgronden van de organisatie geen op zichzelf staand doel. Maar omdat het voorkomen – het wezen – van de organisatie zelf in de meeste arbeidsconflicten een belangrijke rol zal spelen, heeft de bemiddelaar er alle belang bij om de organisatie als een betrokken partij in het conflict te kunnen zien. De organisatie zélf moet bij arbeidsconflicten en ongewenst gedrag op de werkvloer mee in de bemiddeling kunnen worden ingebracht.

Ook de organisatie heeft behoeften; ze communiceert en ze komt als één entiteit tot leven in haar contacten met medewerkers, klanten, leveranciers, concurrenten, buurtbewoners en belangengroepen. De bemiddelaar moet als het ware evenzeer inzicht hebben in de „psychologie van de organisatie” als dat hij bedreven moet zijn in het inschatten van het gedrag, de gevoelens en de behoeften van de mensen die er deel van uitmaken.

Het is niet de taak van de bemiddelaar om het systeem te veranderen – ook al kan een succesvol bemiddelingstraject misschien wel de aanzet tot organisatieverandering zijn. Maar zelfs een slecht draaiend systeem dat niet veranderd kan worden, ontneemt geen van de betrokken conflictpartijen de mogelijkheid om er zélf voor te kiezen op een andere manier met die realiteit om te gaan.