Over neutraliteit en onpartijdigheid
Wie een bemiddelende rol opneemt, wordt verondersteld neutraal en onpartijdig te zijn. Het lastige is dat neutraliteit en onpartijdigheid maar moeilijk zijn te meten: ze behoren tot het domein van de perceptie. Ik ben dan ook maar zo neutraal en onpartijdig als de partijen waarmee ik krijg te maken, mij neutraal en onpartijdig vinden.
Als deelnemer aan het proces – in welke rol dan ook – is het onmogelijk om géén invloed te hebben. Net zoals je niet niet kan communiceren. Niets doen is ook iets doen. Dat betekent dat ik in mijn rol van mediator het proces per definitie beïnvloed – of ik dat nu wil of niet. Zelfs als ik niet wil beïnvloeden, kan ik niet om het feit heen dat ik met wat ik al dan niet doe om niét te beïnvloeden, ik evenzeer het verloop van de werkelijkheid beïnvloed.
Het per definitie hebben van invloed, is één. Maar het kunnen bepalen wat die invloed dan zal zijn, is nog iets helemaal anders. Ik kan op geen enkele manier met zekerheid bepalen welke invloed ik daadwerkelijk op iemand anders zal hebben. Ik kan natuurlijk wel een bepaalde invloed beogen. En misschien ben ik zelfs heel erg succesvol in mijn pogingen om anderen te beïnvloeden – ook al doe ik dat dan misschien door net niét te beïnvloeden.
Ik ben me dus bewust van het feit dat ik niet niet kan beïnvloeden en die onontkoombaarheid is meteen ook de reden waarom partijen beroep zouden willen doen op een mediator. Ze willen namelijk hun onderlinge relatie zodanig beïnvloeden dat ze samen tot een nieuwe gedeelde werkelijkheid kunnen komen. Dat brengt mij tot de volgende uitgangspunten:
- Als facilitator ben ik een katalysator. Ik vergemakkelijk het proces door mijn aanwezigheid – aanwezig zijn is eigenlijk alles wat ik doe.
- “Aanwezig zijn” betekent: elke uitwisseling tussen partijen vertalen naar een gemeenschappelijke taal van gevoelens en behoeften, die vertaling bij de verzender van de boodschap verifiëren en dat bij de ontvanger nagaan in hoeverre zijn of haar interpretatie overeenstemt met de interpretatie die de verzender had bedoeld.
Kort samengevat: mijn aanwezigheid is er op gericht om partijen die in een conflictsituatie met een destructief karakter zitten, uit te nodigen om vanuit het besef van hun keuzevrijheid met elkaar in dialoog te blijven gaan.
Mijn beïnvloeding is dus niet gericht op de partijen maar enkel op de veiligheid van het proces. En wel in die mate, dat ik blijf werken aan een klimaat waarin betrokken partijen de intentie kunnen blijven hebben om samen tot gemeenschappelijk gedragen beslissingen te komen. Een beslissing kan zijn dat partijen overeenstemmen het niet eens te kunnen geraken. Dan nog kan er worden afgestemd over de manier waarop elkeen met dat verworven inzicht aan de slag zal gaan.
Deel op: