Welzijn thuis en welzijn op het werk

Alarmerende cijfers over de kwaliteit van ons welzijn: de kranten staan er vol van. Depressie, stress, burn-out en zelfdoding lijken in toenemende mate een hypotheek te leggen op het geluk van steeds meer mensen – zowel van volwassenen als van kinderen. Pesten, agressie en conflicten zorgen voor problemen thuis, op het werk, op school en in de vrije tijd.

Met cijfers en statistieken kan veel worden bewezen en evenveel worden weerlegd. Maar waar we het wel allemaal makkelijk eens over kunnen worden, is dat er wel degelijk een probleem is met de kwaliteit van welzijn en die van het welzijn op het werk.

Een eerste vaststelling die zich opdringt, is dat welzijn en welzijn op het werk onderdeel van verschillende en van elkaar gescheiden beleidsdomeinen zijn. Dat mag op het eerste gezicht een weinig schokkende vaststelling zijn: het feit dat beleidsdomeinen ook nog eens onderverdeeld worden in beleidsvelden – die ook nog eens onderverdeeld kunnen worden in beleidsitems ⁠1– is een belangrijk richtinggevend element in het discours dat de basis vormt voor dit rapport: verbinding staat tegenover opsplitsing zoals innovatieve arbeidsorganisatie tegenover bureaucratie en vertrouwen versus beheersen.

Met het interpreteren van de cijfers die hierover te pas en te onpas worden gecommuniceerd, moet zorgvuldig worden omgesprongen. Op zichzelf geven ze allemaal een aardig idee van de problematiek en waar het allemaal om draait. Maar ze kunnen niet zomaar worden gecombineerd omdat ze van verschillende bronnen afkomstig zijn en er geen onderlinge samenhang bestaat op basis van een zelfde manier van meten en vergelijken.

De rode draad in het verhaal is evenwel duidelijk. Ten eerste kampen veel Vlaamse werknemers met stress, burn-out en pestgedrag op de werkvloer. Daarbij scoort de onderwijssector het slechtst van alle door de SERV onderscheiden sectoren. Ten tweede kampen in Vlaanderen ontzettend veel mensen met psychische problemen. Onder hen bevinden zich alarmerend veel kinderen – onder andere met symptomen van depressie en van stress. Ten derde: er dreigt een tekort aan leerkrachten in het basisonderwijs door een vervroegde uitstroom, een toenemend aantal leerlingen en vooral door het feit dat we in de toekomst met zijn allen langer zullen moeten gaan werken. En ten vierde: de manier waarop we onze organisaties structureren, is op zijn zachtst gezegd niet meer van deze tijd: de organisatie is in veel gevallen een bron van structureel geweld.

In een systeemdenken dat er van uitgaat dat alles met alles in verbinding staat en dat alles tegelijkertijd oorzaak en gevolg is, ligt het voor de hand om op zoek te gaan naar de gemene deler – naar dat wat de verbinding maakt. Wie daar op zoek naar gaat, komt al snel uit bij de combinatie van vertrouwen, innovatieve arbeidsorganisatie en verbindende communicatie.

 1 Vlaamse Codex – Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus an de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, 25/06/2010